Dieren tellen mee
Dierenrechten en dierenwelzijn
Alle levende wezens horen vrij te zijn en naar hun aard te kunnen leven. Dat geldt ook voor dieren die in en rond het water leven. Het waterschap houdt daarom rekening met de belangen van alle dieren bij het ontwerpen, inrichten en aanleggen van dijken en het watersysteem. Dat gebeurt nu nog te weinig. Dieren worden dan ook vaak de dupe van beslissingen die in het waterschap worden genomen, van muskusratten tot vissen. De Partij voor de Dieren vindt dat het waterschap in al zijn beleid de intrinsieke waarde en bescherming van in het wild levende dieren moet waarborgen. De dieren moeten zoveel mogelijk met rust worden gelaten. In plaats van het bestrijden van dieren die overlast zouden veroorzaken, kiezen we voor preventief beleid waarmee schade wordt voorkomen.
-
Dieren en dijken
Dijken en kades kunnen aantrekkelijke leefgebieden vormen voor sommige diersoorten. De Partij voor de Dieren vindt dat dieren hun leefomgeving mogen behouden. De mens mag in ieder geval door de manier waarop wij ons land inrichten geen overlast voor dieren veroorzaken, of moet daar oplossingen voor verzinnen. De Partij voor de Dieren wil dat we rekening met elkaar houden. Waterveiligheid en dierenrechten zijn geen tegenstrijdige belangen waar tussen gekozen hoeft te worden. We zetten in op preventie en maatregelen om schade door gravende dieren, zoals de muskusrat, beverrat of bever te voorkomen. Het uitgangspunt om gravende dieren te doden is dieronvriendelijk, wreed en onethisch. Jaarlijks worden nu nog tienduizenden dieren per jaar gedood door waterschappen. Dit gaat naar nul.
- Het waterschap stopt met het doden van gravende dieren. In plaats daarvan treft het diervriendelijke en duurzame preventieve maatregelen om kwetsbare dijken en kades te beschermen, zoals het aanbrengen van gaas, en intensiveert het de controle op schade, waardoor de veiligheid wordt gegarandeerd.
- Het waterschap ontwikkelt detectiemethoden om graverij van dieren in dijken en kades op te sporen, zodat tijdig reparatiewerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. eDNA, een methode om de aanwezigheid van soorten in water aan te tonen, is een kansrijke technologie hiervoor.
- Muskusrattenbestrijders worden omgeschoold tot schadeherstellers.
- Zolang muskus- en beverratten nog worden bestreden wordt de verdrinkingsval onmiddellijk verboden. Bovendien worden ‘muskusrattenbeheerders’ weer gewoon muskusrattenbestrijders genoemd.
- Het waterschap stopt met de verhuur van jachtrechten op zijn terreinen. Het afschieten van dieren in het kader van zogenaamd populatiebeheer of schadebestrijding wordt beëindigd. Het waterschap maakt geen gebruik van provinciale vrijstellingen voor het opzettelijk mogen doden van dieren op zijn terreinen.
- Het waterschap maakt zijn velden, zomen en dijken aantrekkelijk voor ganzen en boerenlandvogels om zo mogelijke landbouwschade te voorkomen.
- Er wordt ingezet op het versterken van het ecosysteem om verspreiding van invasieve uitheemse soorten, zoals de Amerikaanse rivierkreeft, tegen te gaan: een robuust ecosysteem kan de komst van exoten beter aan en komt weer in balans.
- De bever is een beschermde diersoort. Het waterschap stemt niet in met beverprotocollen waarin de mogelijkheid om deze dieren te doden is opgenomen.
- De rapportage van schade aan dijken en kades wordt uitgesplitst naar diersoort, waarbij niet alleen gekeken wordt naar uitheemse soorten, maar ook inheemse wilde diersoorten zoals dassen, mollen, en vossen, bedreigde diersoorten zoals konijnen, en gehouden dieren zoals honden.
- In de rampenplannen van het waterschap worden zowel in het wild levende dieren als gehouden dieren meegenomen.
- Bij steile oevers en harde kades worden er inhammen of fauna-uittreedplaatsen aangelegd om te water geraakte dieren te helpen op het droge te komen.
- Jaarlijks rapporteert het waterschap hoeveel dieren het heeft gedood of laten doden, om welke reden, op welke manier en of er bijvangst is geweest.
-
Gehouden dieren
Hoewel het waterschap zelf niet of nauwelijks dieren houdt, heeft ze wel een verantwoordelijkheid ten aanzien van dieren die op zijn gronden leven of die geraakt worden door de taakuitvoering. Een belangrijke component hiervan is het meenemen van de belangen en zorg voor dieren in de calamiteitenplannen die het waterschap opstelt.
- Het waterschap is terughoudend met het inzetten van grazende dieren voor het natuurlijk onderhoud van beplanting, zoals geiten die riet eten. Dieren die hiervoor ingezet worden, verdienen een goed leven en worden niet geslacht.
- Het waterschap stelt strenge voorwaarden op het gebied van dierenwelzijn op waar pachters aan moeten voldoen die dieren op gronden van het waterschap willen laten grazen. Voorbeelden van voorwaarden zijn verplichte beschutting tegen de zon en levenslange zorg. Hier wordt intensief op gehandhaafd.
- Op terreinen van het waterschap worden geen bijenkasten geplaatst: de commerciële honingbij vormt een bedreiging voor de vele inheemse bijensoorten die Nederland rijk is, doordat deze concurreren om hetzelfde schaarse voedsel.
- Er komt een nota dierenwelzijn en het waterschap krijgt een portefeuillehouder dierenwelzijn.
- Het waterschap geeft geen vergunning voor wateronttrekking en lozing van viskwekerijen.
-
Onderwaterleven
Dieren die in het water leven, zoals vissen, zijn afhankelijk van het waterschap om te kunnen leven naar hun aard. Het waterschap faciliteert dat, omdat het deze dieren én de ecologische waterkwaliteit ten goede komt. In het bijzonder kan het waterschap een belangrijke rol spelen in het tegengaan van hengelen. Hengelen is, net als jagen op land, een vorm van tijdverdrijf ten koste van dieren. De Partij voor de Dieren wil daarom een verbod op hengelen. Ook het mogelijk maken van vismigratie krijgt prioriteit: de tienduizenden stuwen, gemalen, sluizen, dammen en waterkrachtcentrales in Nederland vormen obstakels in de natuurlijke trek van vissen. Jaarlijks worden in de gemalen miljoenen vissen verminkt of gedood, maar ook krabben, kreeften en kikkers worden slachtoffer. Het waterschap verbiedt ook het uitzetten van onderwaterdieren. Hoewel dit sympathiek klinkt, leidt uitzetten van meer dieren tot een ongewenste verstoring van het natuurlijke evenwicht en is het een inbreuk op de fundamentele rechten van dieren. Dieren kunnen wel op natuurlijke wijze uit zichzelf terugkeren.
- Het waterschap stopt met de verhuur van zijn visrechten en met het inrichten van hengelplaatsen, of deze nou door belastingbetalers of op eigen kosten van de hengelaars worden aangelegd.
- Het waterschap biedt voorlichting aan burgers over de nadelige gevolgen van hengelen voor dieren, natuur en milieu.
- Stroperij is een hardnekkig probleem, met name illegale visserij. Het waterschap stelt een actieplan tegen stroperij op en maakt handhavingscapaciteit vrij voor nachtelijke controles op zijn terreinen. Het waterschap lobbyt bij gemeenten voor een stevige gecoördineerde aanpak van stroperij in zijn beheersgebied.
- Het waterschap staat het bijvoeren en uitzetten van vissen, zoals karpers, niet toe.
- Het waterschap werkt niet mee aan het uitzetten van 'filter-feeders', die het water zuiveren van bijvoorbeeld blauwalg, zoals driehoeks- en quaggamosselen. Hoewel deze dieren soms een positief effect op de waterkwaliteit hebben is dat lang niet altijd zo.
- Hengelsportverenigingen worden nu nog ingezet voor kennis, onderzoek, monitoring en educatie van en over vissen. Deze organisaties handelen echter niet in het belang van vissen. Daarom gaat het waterschap deze taken overnemen, samen met natuurorganisaties.
- Beelden van visdeurbellen en visliften helpen het bewustzijn over het onderwaterleven te vergroten. Het waterschap gaat, via de Unie van Waterschappen, deze beelden en de kennis over onderwaterleven gratis toegankelijk maken voor een breed publiek.
- Stuwen en gemalen worden visveilig gemaakt, bijvoorbeeld door het aanleggen van een vispassage. Uiteindelijk worden alle wateren van het waterschap zodanig verbonden dat er geen beperkingen zijn aan de migratie van vissen. Zolang het waterschap nog visrechten verhuurt, worden alle vormen van visserij verboden in de directe omgeving (300 meter) van vispassages en paaiplaatsen.
- Veel vispassages werken niet door slecht beheer of onderhoud. Het waterschap stelt daarom beheer- en onderhoudsplannen op voor al zijn vispassages.
- Het waterschap zet zich in voor het opheffen van de visstandbeheercommissies.
- Zolang visstandbeheercommissies nog bestaan, neemt het waterschap het voorzitterschap op zich en worden natuur- en dierenbeschermingsorganisaties uitgenodigd om toe te treden. Nu bestaan ze enkel nog uit hengelaars en vissers. De taak van de commissies wordt om zich in te zetten voor biodiversiteit en natuurbehoud. Het waterschap krijgt de eindverantwoordelijkheid voor het beheer en de metingen van de visstand en voert deze zelf diervriendelijk uit.
- Voor waterkrachtcentrales, zoals in Heeswijk-Dinther, hanteert het waterschap vispasseerbaarheid als een harde voorwaarde.
- In het droogteplan van het waterschap wordt aandacht besteed aan vissen. Hierbij valt te denken aan het evacueren van vissen bij het (dreigende) droogvallen van hun leefomgeving en het voorkomen dat vispassages gesloten worden om water te besparen.
- Er blijft een noodnummer voor (dreigende) vissterfte waar burgers 24 uur per dag terecht kunnen. Het waterschap neemt de verantwoordelijkheid en de leiding bij het redden van deze dieren. Deze verantwoordelijkheid wordt niet uitbesteed aan verenigingen van hengelaars, die het inzetten voor hun eigen PR-doeleinden.