Fel tegen verdrin­kings­vallen

Op de lagere school kregen we zwemles. Weten je nog dat we ook af en toe tijd kregen om lekker te ravotten in het water? Er waren opblaasbare banden waar we ons mee konden vermaken en ook van die rechthoekige schuim matrassen waar we op konden zitten. Een lol dat we hadden! Ik voelde me een echte waterrat en vond het heerlijk om koprollen en handstanden in het water te maken en onder water te zwemmen. Een keer, ik was misschien een jaar of 10, dook ik in het diepe. Toen ik boven water wilde komen, bevond ik me onder zo’n rechthoekig schuimmatras. Ik schrok en zwom opzij om eronderuit te komen. Het matras schoof boven mij echter met mijn zwemrichting mee. Ik voelde paniek want ik had maar drie kanten om eronderuit te zwemmen omdat het matras langs de kant bewoog. Ik zwom daarna de andere richting uit en ontkwam zo aan het gevaarte boven mij. De angst duurde kort, maar was zo heftig dat ik het nooit ben vergeten. Ik dacht werkelijk dat ik zou kunnen verdrinken! Dat geldt ook voor de muskus- en beverratten die in verdrinkingsvallen terechtgekomen zijn. Ik had het geluk dat er een uitweg was. Dat geldt niet voor deze muskus- en beverratten in de verdrinkingsvallen die een verdrinkingsdood zijn gestorven.

-> Daarom dienen we een amendement in om onderzoek te doen naar alternatieven voor de verdrinkingsval, zodat we de verdrinkingsval kunnen uitfaseren en deze gruwelijke manier van doden kunnen stoppen.

Dan nog een aantal vragen:

Eerst over de adviesnota. Daarin staat: 'Als gevolg van de groeiende populatie bevers is er vanaf 2023 een extra bestrijder in dienst gekomen.’ Ik wijs op het woord ‘bestrijder’: de bever is een beschermde diersoort dus wordt niet bestreden. Vanwaar deze woordkeuze?

Dan over de begroting muskusrattenbestrijdingsorganisatie: In de begroting staat: ‘Sinds 1 januari 2023 is er binnen de GR gekozen voor een extra bestrijder ter ondersteuning en kennisinbreng van de groeiende populatie van de bever.’ De Partij voor de Dieren hoopt dat het hier gaat om uitbreiding van kennis over preventie en niet om kennis over bv zoveel mogelijk vangsten. Waar gaat de ondersteuning en kennisinbreng over?

In de begroting staat ook dat het gaat om ‘1 fte in 2023 voor het uitvoeren van extra activiteiten als gevolg van aanwezigheid van bevers.’ Om welke activiteiten gaat het hier? Hopelijk is de bestrijdingsorganisatie niet gevraagd zich in het bestrijden van bevers te gaan verdiepen.

Het totaal aantal vangsten daalt sinds 2004/2005. Klopt het dat er door de dalende vangsten extra tijd overblijft? Zo ja, wat doen de muskusrattenbestrijders met deze tijd? Wellicht, als er werkelijk een taak ligt ten aanzien van de bever, dan zouden ze zich kunnen verdiepen in de bever; een omscholing dus. Ze zouden in de extra tijd bijvoorbeeld onderzoek kunnen doen naar diervriendelijkere vangmethoden en preventie. In de begroting is nergens geld gereserveerd hiervoor! De Partij voor de Dieren vindt dat de muskusrattenbestrijdingsorganisatie hier ook een taak kan oppakken. Het laatste rapport over preventie dat op de website van de muskusrattenbestrijdingsorganisatie is te vinden dateert uit 2010.

- Dan een paar opmerkingen over het jaarverslag van 2022 van de muskusrattenbestrijdingsorganisatie:

Quote: “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat muskusratten een negatief effect op de biodiversiteit hebben”. Hiermee wordt een eenzijdig beeld gegeven. De muskusrat zorgt ook voor positieve effecten op de biodiversiteit: in de Oostvaardersplassen zijn ze er juist blij mee omdat muskusratten openheid brengen en zorgen dat andere dieren zoals de ringslang zich in de nesten kunnen verschuilen.

En verder een zin die heel positief overkomt maar eigenlijk niks inhoudt: er wordt aangegeven dat ‘een kleinere populatie betekent dat er minder dieren gevangen en gedood hoeven te worden, zodat dierenleed zoveel mogelijk beperkt wordt.’ Er staat dus eigenlijk: 'we hebben al zoveel dieren vermoord dat we nu niet veel meer hoeven doden dus is er minder dierenleed'. Er wordt daarmee voorbijgegaan aan al het leed dat al is berokkend, en dat elk dier stress, angst en pijn kent als ze gedood worden.

En ten slotte mag wat ons betreft het beestje gewoon bij de naam genoemd worden: het woord ‘beheer’ mag gerust vervangen worden door ‘doden’, zodat voor iedereen duidelijk is waar het over gaat.